Het is koud en donker in Nederland als Jonkheer Liekelus Jacobus zijn landgoed bestuurt. Met zijn opgeruimde karakter ziet hij met lede ogen aan hoe zijn medewerkers en onderdanen een zwoegend en ploeterend bestaan leiden. Op een avond, terwijl hij geniet van zijn zelf gebrouwen bier, besluit hij zijn adellijke bieren te delen met zijn onderdanen. Wekelijks bezorgt hij ieder gezin zijn (h)eerlijke bier. Het duurt niet lang of heel zijn domein is een gebied waar mensen graag komen, hard werken en toch altijd vrolijk zijn. Zijn onderdanen buigen niet maar applaudisseren luid als hij voorbij komt. ‘Bedankt Vrolijcke Joncker!’